Toetsbeleid

Gedurende de opleiding toetsen we op verschillende momenten en verschillende manieren de kennis en de ontwikkeling van onze studenten.

We gaan ervan uit dat onze studenten intrinsiek gemotiveerd zijn en leren je vooral hoe je zelf je leerproces kunt ontwerpen, sturen en beoordelen. Maar nieuwe competenties aanleren kost tijd en moeite en dat staat in de praktijk onder druk door het voortdurende appel om voldoende ‘productietijd’ te maken. Om die reden ondersteunen we de intrinsieke motivatie van de studenten door te toetsen (extrinsieke motivatie).

 

Toetsen in de praktijk

Een belangrijk deel van de toetsing vindt plaats in de praktijk. Om te bevorderen dat benodigde competenties daadwerkelijk een geïntegreerd onderdeel gaan vormen van het dagelijks handelen, hebben we gekozen voor   continu toetsen in plaats van het toetsen van een momentopname. De werkbegeleider monitort voortdurend of de vios vorderingen maakt, de praktijkbeleider toetst op verschillende momenten in het jaar de mate en de beheersing van het inzicht. De planning van jouw unieke en persoonlijke werkplan heb je aan het begin van ieder leerjaar gemaakt en wordt ook door jouw VS-opleider goedgekeurd. In dat werkplan staat ook beschreven aan welke beroepscompetenties en addenda je dat jaar gaat werken. De beroepscompetenties omvatten de EPA’s (Entrustable professional activities) die je gedurende de opleiding moet leren beheersen.

 

Toetsing van het cursorisch onderwijs

Voor het cursorisch onderwijs verwachten we dat studenten voorafgaand aan de lessen zelf de theoretische basis verwerven. Dat kan via e-learning, literatuur, boeken, apps of beeldmateriaal. Al het onderwijsmateriaal, ook de studieboeken, krijg je van GGZ-VS. De voorbereiding is nodig om de les te kunnen volgen. Tijdens de bijeenkomsten richt de docent zich vooral op het toepassen van de kennis in casuïstiek of praktijksituaties. Een module wordt afgesloten met een toets.