‘Ik heb een sociaalpsychiatrisch hart’

Hans Slootman, verpleegkundig specialist ggz

Hoe ziet het werk van een verpleegkundig specialist ggz eruit in de praktijk? In een serie verhalen vertellen alumni van GGZ-VS over hun rol, aanpak en toegevoegde waarde. In deze aflevering blikt Hans Slootman met zijn cliënt Henk terug op de behandeling.

Hans Slootman (60) begon zijn carrière als ziekenverzorger, hij volgde de in service B-opleiding in een klein psychiatrisch ziekenhuis in Groningen. Inmiddels werkt hij veertig jaar bij Lentis, op verschillende afdelingen, sinds 2020 als verpleegkundig specialist ggz. Hans is een natuurmens, hij deed een opleiding tot hovenier en legde hij tuinen aan met mensen met NAH.

Henk loopt enigszins gespannen de kamer van Hans Slootman in. De behandelkamer op de afdeling ouderenpsychiatrie van Lentis in Winschoten. Talloze keren is hij er geweest, maar vandaag is het anders. Zelfs zijn partner Doede, die normaal boodschappen doet als hij bij zijn behandelaar is, komt voor de gelegenheid mee naar binnen. Ze zijn twintig jaar getrouwd. Samen hebben ze zeven kinderen. ‘Ze zijn allemaal wijs met ons,’ zegt Henk met een tongval die verraadt dat zijn wieg niet in Groningen, maar in Den Haag heeft gestaan.

 

Doede heeft een bloemstuk in zijn armen. Ze overleggen: waar zullen ze de krans neerleggen? Op de grond? Voorzichtig legt Doede de krans met de rode rozen op de grond. ‘Vaarwel Roberto’, staat er op een wit lint.

 

Roberto. Het is de man op de foto die Henk meegenomen heeft. Blonde haren, een bruin en gespierd lijf, ogen die ondeugend de camera inkijken. Henk glundert na al die jaren nog altijd van trots als hij zijn eerste vriendje laat zien. Ze leerden elkaar kennen op een Spaans schip. Na het ongeluk, waarbij Roberto tussen wal en schip terechtkwam en overleed, is Henk gestopt met varen. De foto van Roberto hangt nog altijd aan de muur en elk voorjaar gooit Henk een bloem in het water ter nagedachtenis aan zijn Spaanse liefde. Vandaag pakt hij het met een krans wat groter aan, maar het is ook de laatste keer. ‘Het is tijd om dingen af te sluiten,’ zegt hij resoluut. 

Henk (rechts op de foto) en zijn partner Doede in de haven van Termuntenzijl, Groningen.
De afgelopen tien maanden werkte hij met Hans intensief aan de verwerking van zijn trauma’s.
Het is tijd om episodes uit zijn leven af te sluiten, zegt Henk.
Samen met Hans beschreef en herschreef Henk zijn levensverhaal. Henk bedacht zelf het afscheidsritueel.
‘Doede was er altijd voor mij, maar ik wilde hem niet belasten en ik was bang dat ik hem zou meeslepen in de ellende die ik heb gehad.’
'Ik heb van Hans geleerd om te praten. Ik maak van mijn hart geen moordkuil meer.’

Het verhaal van Henk en Hans begint ruim tien maanden geleden als Henk voor een ontstoken knie naar de huisarts gaat. Die vermoedt dat er meer aan de hand is. ‘Ik zit zeker ergens mee,’ zegt Henk tegen de huisarts. ‘Een partner die overleden is, toestanden met de familie, allemaal vervelende zaken uit mijn jeugd. Toen zei ze: ‘Ik moet je doorverwijzen naar een trauma-arts, want die gaat stap voor stap je leven langs.’ Daarvoor heb ik me aangemeld bij Hans.’    

 

‘Ik ben geen trauma-arts,’ lacht Hans. ‘Ik ben verpleegkundig specialist.’ Aan de andere kant van de tafel haalt Henk zijn schouders op: ‘Maar we hebben het wel over mijn trauma’s gehad.’  

 

Henk komt bij Hans met twee vragen: hij wil zijn verhaal vertellen en verwerken, zodat hij het ook met Doede kan gaan delen, en hij wil de medicatie afbouwen. Op dat moment slikt hij al veertig jaar antipsychotica, anti-epileptica en medicijnen voor diabetes. Hans: ‘Hij kreeg een pilletje voor een pilletje. Door de antipsychotica had hij hoge bloedsuikers en hij was in het verleden weggevallen waardoor hij anti-epileptica had gekregen, maar of hij epilepsie heeft? Het kan net zo goed conversie zijn geweest vanuit trauma.’  

 

‘Henk slikte veertig jaar allerlei medicijnen waaronder antipsychotica. Hij kreeg een pilletje voor een pilletje, maar zijn trauma’s zijn nooit behandeld.’

 

Hans gebruikt NET, Narratieve Exposure Therapie (NET), om met Henk zijn levensverhaal te beschrijven en te herschrijven. ‘Het idee is dat je trauma’s terugbrengt in de tijd,’ legt hij uit. De theorie achter deze therapie is dat trauma een vorm is van geheugenstoornis. Je slaat informatie gedeeltelijk op waardoor het lijkt alsof het vandaag is, dat is de herbeleving. Door terug te gaan naar de gebeurtenis en herinneringen op te roepen – hoe zag het eruit, wat voor kleren had je aan, wat voor weer was het, wat voelde je toen – realiseren mensen zich: het is niet nu, het was toen.’  

 

Tien maanden later heeft Henk met hulp van Hans alle medicijnen afgebouwd. Hij is negen kilo afgevallen. Maar de grootste verdienste zit in hoe hij zich voelt. ‘Ik was suf, daar kan mijn partner over meepraten. Soms herhaalde hij een vraag drie keer en dan nog gaf ik het verkeerde antwoord. Nu zegt hij: ‘van mij mag je wel weer van die pillen slikken, want je wordt wel erg monter.’ Aan beide kanten van de tafel klinkt een bulderende lach.  

 

 

NET is oorspronkelijk ontwikkeld voor de behandeling van PTSS bij vluchtelingen, maar Hans ziet dat het goed werkt bij mensen met complex trauma en dat ziet hij veel bij zijn patiëntenpopulatie: de ouderen. Hij gebruikt de metafoor van een strandbal. ‘Als je sterk bent, kun je alles eronder houden, maar er komt een moment dat die bal naar boven komt. Bij ouderen zie je vaak dat ze de kracht niet meer hebben, of er gebeurt wat, en dan komt er een explosie aan verhalen en emoties.’   

 

‘Samen hebben we zijn levensverhaal beschreven en herschreven’

 

Henk en Hans nemen in tien maanden tijd het hele leven van Henk door. Vanaf het moment dat hij geboren werd, zeventig jaar geleden als vierde kind in een gezin van tien in de Schilderswijk in Den Haag. Henk wijst naar een groen koord op de tafel: dat daar is zijn leven. De bloemen langs de ‘levenslijn’ staan voor de mooie momenten in zijn leven, de stenen staan voor de periodes dat het zwaar was – en die waren er nogal wat.

 

 

De eerste steen komt al snel na een roze bloem die zijn geboorte symboliseert. Als hij zeven is en zijn jongere broertje onwel wordt als Henk en zijn moeder hem in bad doen. ‘Mijn moeder pakte een washandje en ik had hem vast toen hij vooroverviel. Er waren geen ambulances in de Schilderwijk dus we zijn met een taxi naar het ziekenhuis gegaan. Onderweg in de taxi overleed hij. Sinds kort weet ik dat hij overleden is aan een gatje in zijn hart, maar destijds wist ik dat niet en ik had hem in mijn handen…’  

 

Het was altijd medicijnen, medicijnen, ik ben zo blij dat ik eindelijk mijn hart kan luchten’  

 

Henk vertelt over zijn moeder die geen geld had, eten kregen ze vaak van de buren. Over een vader met losse handjes die ‘in de kroeg zat te zuipen’. Over de tijd dat hij in een tehuis woonde, een onverwachte bloem. ‘Ik kreeg ’s ochtends brood met melk, wat ik eigenlijk niet lustte, maar ze hebben ons goed behandeld.’  

 

Als hij weer thuis woont, volgen er weer stenen. ‘Mijn moeder leerde mijn stiefvader kennen, dat was ook zo’n vent. Maar het was haar keuze, ik heb het mijn moeder nooit kwalijk genomen. Ook het misbruik niet, zij kon er niets aan doen. Ze heeft twee maanden in het ziekenhuis gelegen, door mijn schuld. Ik speelde destijds met een nikkelen mes. Mijn stiefvader pakte het mes af en gooide het in de kolenkachel die in het gezicht van mijn moeder explodeerde. Ik kreeg de schuld en het misbruik ging door, ook toen zij weer thuis was.’ 

 

Leonie Hagendoorn kijkt terug met Josien

‘Een meisje van twintig hoort niet op een gesloten opnameafdeling’

Lees het verhaal

 

‘Er is veel gebeurd,’ humt Hans. Zowel moeilijke periodes als mooie momenten, want behalve een scheiding, andere toxische relaties, schuldeisers en opnames in de ggz, was Henk een succesvolle ondernemer met een loonbedrijf en een goedlopende een patatkraam met zestien man personeel en reisde hij twaalf jaar rond als muzikant. ‘Mijn eerste elektrische accordeon heb ik in Amsterdam gekocht, die was van Corrie en de Rekels geweest.’  

 

Hans lacht, zelfs na bijna een jaar praten met deze man komen er nog nieuwe verhalen boven. Dat vindt hij het mooie van de ouderenpsychiatrie. ‘Hier ontmoet je de verhalende mens.’ En vaak is hij degene die de verhalen als eerste te horen krijgt. ‘Er is veel onderbehandeling bij ouderen,’ zegt hij. Henk kreeg wel medicatie en hij is twee keer een langere tijd opgenomen geweest, onder andere na een suïcidepoging, maar traumabehandeling heeft hij nooit gehad.’

Ook voor Henk was Hans de eerste aan wie hij zijn levensverhaal vertelde. ‘Ik ben een binnenvetter, maar mijn dochter heeft ook met een arts gesproken. ‘Pa,’ zei ze, ‘doe het nou maar, want ik heb er veel baat bij gehad.’ En zo komt het dat hij voor het eerst in zeventig jaar een luisterend oor heeft gevonden. ‘Het was altijd alleen medicijnen, medicijnen, ik ben zo blij dat ik eindelijk mijn hart kan luchten.’  

 

‘Ik heb geleerd te praten. Ik maak van mijn hart geen moordkuil meer’  

 

Tijdens het gesprek praat Henk snel en veel. Hij is open, kent geen reserves. Zo makkelijk als het nu gaat, ging het in het begin van de behandeling zeker niet. ‘Ik kwam met lood in mijn schoenen binnen. Ik had geen idee wat ik me erbij kon voorstellen. Waar moest ik beginnen? Hoe moest ik ermee omgaan? Maar Hans stelde me op mijn gemak. Hij begon rustig te praten en stelde voor om het stap voor stap te doen. Dat heeft geholpen.’  

Inmiddels voelt hij zich na elke afspraak bij Hans weer een beetje lichter. Opgelucht. ‘Ik ben ook altijd te vroeg. Gewoon om ik er zin in heb. Na zeventig jaar heb ik eindelijk iemand met wie ik mee kan praten en waar ik me bij kan uiten.’  

 

‘De man die bij Hans kwam, was eigenlijk een hopeloos iemand,’ stelt Henk. Natuurlijk had hij steun van Doede, maar als hij ergens naar vroeg, schoof hij het onder de tafel. ‘Laat maar, zei ik als hij vroeg of ik ergens meezat. Ik wilde hem niet belasten en ik was bang dat ik hem zou meeslepen in de ellende die ik gehad. Daarom ben ik zo blij dat ik Hans heb getroffen. Ik heb geleerd om te praten. Ik maak van mijn hart geen moordkuil meer.’  

 

 

Henk kan nog uren doorpraten, maar er staat nog een ritueel op het programma: de krans moet het water in. Henk heeft hiervoor de jachthaven van Termuntenzijl uitgekozen, een dorp aan de Eemshaven, vlakbij Delfzijl. Vergeet niet te genieten van het Groningse landschap zegt Hans als hij de auto instapt. Als Twentenaar voelt hij zich in Groningen als een vis in het water. ‘Ik had wat moeite met taal dus ik heb heel sterk het luisteren ontwikkeld. Ik luister liever dan ik spreek. Dan zit je goed bij de Groningers – een krachtig volk met weinig taal.’ Hans snapt niet dat iedereen in de stad wil werken. Het landelijk gebied vindt hij fantastisch. De uitgelezen plek om te kunnen werken volgens de vier b’s die centraal staan in zijn visie op het werk van een verpleegkundig specialist: betrouwbaar, beschikbaar, bereikbaar en betekenis. ‘Als je zo werkt, gaan mensen je vertrouwen.’  

 

‘Het landelijk gebied biedt kansen voor verpleegkundig specialisten’

 

De basis voor deze visie werd gelegd toen hij als SPV in opleiding bij het psychiatrisch ziekenhuis Wagenborg kennismaakte met de presentie-filosofie van professor A.J. Baart. De benadering die uitgaat van het scheppen van rechtvaardige liefdevolle menselijke verhoudingen heeft hij sindsdien voor altijd omarmt. ‘Ik voel me een verpleegkundig specialist met een sociaalpsychiatrisch hart.’

 

Dat hij zich in het landelijk gebied als een vis in het water voelt, komt ook omdat het hem als professional iets oplevert. Het tekort aan behandelaren betekent kansen voor de verpleegkundig specialist ggz, zegt hij. ‘In het midden van het land zou een verpleegkundig specialist ggz niet zo snel de Narratieve Exposure Therapie (NET) doen die ik met Henk heb gedaan, want er zijn voldoende klinisch psychologen. Maar ik denk in kansen: als die psychologen er niet zijn, ga ík EMDR leren, dan ga ík NET leren.’

 

De volgende opleiding staat alweer gepland. ‘Ik wil de autisme spectrum diagnostiek verbeteren, want ook hier zie ik bij ouderen veel onderdiagnostiek. Ik zie vaak dikke dossiers met verschillende DSM-diagnose, maar er wordt meestal niet duidelijk wat er echt speelt. De opleiding diagnostiek autismespectrumstoornissen bij volwassen is een scholing vanuit het RINO die leert passende gesprekstechnieken en screeningsinstrumenten in te zetten en testuitslagen te interpreteren. ‘Het is een kans en ik denk ik kansen.’

 

 

In de haven van Termuntenzijl loopt Henk voorop, steunend op éen kruk, de steile trappen op en af richting het open water. Doede en Hans hebben bijna moeite hem bij te houden. Als ze een goede plek hebben gevonden, gaat Doede op zijn knieën: hup daar gaat de krans. ‘Dag Roberto, goede reis,’ fluistert Henk. Doede staat op en omhelst hem.

 

‘Mooi toch,’ zegt Hans van een afstand.